01 juli 2008

Doedelzakken

Op de verjaardag van Robert Schumann, die deze maand toevallig vaderdag was (Vaderdag viel dit jaar toevallig samen met de verjaardag van Robert Schumann.), Inge Smedts concerteerde tijdens een orgelbespeling in de Ieperse O.-L.-V.-Middelareskerk op haar barokmusette en doedelzak. Deze folkinstrumenten ondergaan op heden een revival. Bouwers specialiseren zich om deze oude instrumenten na te maken en vervaardigen echte juweeltjes. De barokmusette is een Franse variant en werd aan het hof van Louis XIV gebruikt. Van een zekere Chédeville zijn wat partituren tot ons gekomen en van de Sonatille Galante werden twee stukken ten gehore gebracht. Vanaf de eerste tonen werd mijn basso-continuospel danig beïnvloed. De fluwelen klank inspireerde me tot een dunnere zetting en een zachtere, fijnere interpretatie. Op haar Vlaamse moezelpijpzak vertolkte Inge twee delen uit het handschrift van de familie Martinelli uit Diest. Deze verzamelboekjes zijn een neerslag van vele te spelen composities die her en der door de schrijvers op de kop werden getikt. Ook beiaard- en orgelboeken uit die baroktijd zijn zo ontstaan: de Gruijtter, Dupont, het Leuvens Handschrift en noem maar verder op. Deze Vlaamse doedelzak klonk wat harder en vinniger. Als slot koos Inge voor een variatiereeks, geschrven door haar leraar, J. P. Van Hees , een Pas'Pid del Neure Poye (een passepied van de zwarte kip). Tijdens het concertje viel plots mijn frank: de doedelzak ziet er werkelijk uit als een kip, een zwarte dan nog wel. Terzelfdertijd prijkten er keramieken potten van de hand van Veerle Decapmaker op houten sokkels. Op deze artefacten werd op het orgel geïmproviseerd en twee gedichten zagen het levenslicht.

Zonder titel
Weent de pot om
zijn gestold
bloed
dat, wachtend
op
die onontkoombare

breuklijn van en
naar
zichzelf,
breekt?


Bloost hij om

zijn roos- en
broosheid
dat
zichzelf lijkt
te
ontvreemden
in
zijn porseleinen jas?

Verlangt hij naar

die ene hoge zangnoot

die hem verlost

van zijn eeuwigdurende

dooraderde ronde
vorm?

Doorkijk
Deze pot
draagt de rok
omgekeerd, de
regen
stolt
in franjes tranen
aan
haar boord.

Grenzeloos
laat ze
mijn
mortier aan blikken
toe, mijn
ogen vermorzelen
haar kanten flarden.


Ik zie geen bodem,

enkel steen.

Geen opmerkingen: