01 december 2008

HemelBed 105

Een maand is alweer de deur uit en we stevenen met rasse schreden richting Kerst en Nieuwjaar.
Hier wat poëzie (van Sabine Waeyaert) ter verpozing. Neem plaats in een luie zetel bij een knisperende haard en herlees deze gedichten of een ander boek. Veel leesgenot.

1/ Als met een handgebaar
Jou zijn ons zijn
Dat eens beleefd
Met de ochtendkruimels
Onder tafel is geveegd

En dat de tweede lente
Nooit meer
Als de eerste wordt
Hoe kort
Haar bloei ook was


2/Mijn kind van de verandering
Mijn kind van de signalen
Ik ben je komen halen
Toen onze tijd daar was
Wij zijn samen geboren
En wat er is verloren
Een leven, zie ik nu pas

Wanneer je tegen me vlijt
Dan schuiven we samen uit de tijd
En vormen dromen
Toen je mijn hart overviel
Haakten je ogen zich aan mijn ziel
Ik kan niet meer ontkomen

Mijn kind van de verandering
Hou me niet uit de strijd
Bescherm me niet de hele tijd
Dat is mijn taak,mijn wezen
Mijn denken heeft zich opgesplitst
En alles wat ik heb gemist
Is met jou weer bewezen

Waar ik heen ga weet ik niet
Zolang jij me ziet
Zal ik niet verdwalen
En ook jij
Mag me altijd komen halen.

3/Vergeving is het stille
Zoete woord
Dat traag vergeten
Voorbij reist
Even de hand opsteekt
Herkenning

Diep
Als de noot van de ziel
Mijmert het
Verloren voor de mens

Het Collectief

Het tweede concert van West Classic ging voor de eerste keer door in de Capucienenkerk te Ieper. Misschien was dit een klein cadeautje voor de vijfigste verjaardag van het ontstaan van deze parochie van 'bachten de staosie'. Het Collectief zond maar een trio; normaal vormen ze een kwintet. Spijtig dat er zo wat klankkleur wegviel (een fluit en een viool). De ruimte leent zich er heel goed toe om kleine formaties te ontvangen. Het podium stond in het midden van de kerk. Jammer dat de piano niet wat meer naar achteren werd geplaatst. Nu zaten de solisten wat te dicht van het publiek. Vier werken werden gebracht: twee laatromatieke werken en twee atonale. De beide expressionistische stukken werden door de melodieuzere werken omkaderd. Tussenin was een korte pauze geprogrammeerd zodat de dissonantie en de celebraliteit van deze klanksculpturen wat afgezwakt werd. Live klonk de geciseleerde klarinet in het werk van Berg en de piano bij Schönberg prachtig. Ook de cello vulde de ruimte met zachte basklanken. Vooral het puike samenspel kon me bekoren, plus het feit dat geen enkele muzikant zich solist waande in het geheel. Het ensemble is dus zijn naam waardig. Hier wat info rond de werken:
Klarinettrio in a opus 114 (Johannes Brahms)
: Brahms' voorliefde voor de klarinet komt indirect voort uit het horen van het Klarinetkwintet van Mozart. Zijn enthousiasme groeide voor dit instrument toen hij Richard Mühlfeld, de eerste klarinettist van het Meiningen Orkester, ontmoette. Deze erudiete muzikant had al vele malen het Kwintet van Mozart op kamermuziekavonden vertolkt. Daarop begon Brahms in 1891 zelf aan het technisch en muzikaal exploreren van de klankkleur van deze boeiende houtblazer. Mede onder onvloed van de vele avonden samen met Mühlfeld, onstonden de twee mooiste kamermuziekwerken voor de klarinet, waaronder het Trio waarover we het hier hebben. Het Trio kreeg een eerste opvoering in petit comité, waar onder andere Mühlfeld en Brahms' vriend, de violist Joseph Joachim, aanwezig waren. De warme, tedere en zachte klank van de klarinet inspireerde Brahms tot het kooswoordje 'Faülein Klarinette'. Vooral deze tederheid en uitgediepte lyriek, een melancholische mineursfeer en expressieve modulaties komen veelvuldig aan bod in dit vierdelige werk. We horen achtereenvolgens een allegro, adagio, een andante grazioso en het Trio enidigt zoals het begonnen is, meet een allegrodeel.

Vier Stücke voor klarinet en piano (Alban Berg)
: Alban Berg studeerde van 1904 tot 1910 bij de befaamde Wener, Arnold Schönberg en werd de romanticus onder de dodecafonisten. Hij is schatplichtig aan de Tweede Weense School, waartoe hij gerekend wordt, maar toch doet zijn muziek denken aan de laatromantiek van Mahler. Zijn opus 5 werd in mei van het jaar 1913 gecomponeerd en kreeg zijn eerste uitvoering op 17 oktober 1919 te Wenen en werd aan zijn leermeester, Schönberg, opgedragen. De filosoof Adorno omschreef het werk als één van de eerste waarin Berg zijn individualistische stijl tentoonspreidde. Toch zijn er geen tonale reminiscenties in deze
vier stukken en zijn ze volledig atonaal. Bij een bezoek aan Schönberg in de junimaand van hetzelfde jaar, kreeg leerling Berg nog een uitbrander dat zijn werk (waaronder
deze 'Vier Stücke') te zwak van compositie en zeggingskracht waren.
Sechs Kleine Klavierstücke opus 19 (Arnold Schönberg): Deze zes hele korte stukjes voor pianosolo zijn volledig atonaal. Ze hebben vooral de derde man uit de Tweede Weense School beïnvloed, met name Anton Webern. Zelf zal hij zijn stijl volledig afstemmen op de miniatuur. Op 11 februari 1911 heeft Schönberg de eerste vijf in één dag gecomponeerd. Na de dood van Mahler, later op het jaar, schreef Arnold het zesde en vervolledigde dus hiermee zijn Sechs Stücke. Ze werden gecreëerd in februari 1912 en uitgegeven in 1913. De delen zijn Leicht, zart, Langsam, Sehr langsame, Rasch, aber leicht, Etwas rasch en Sehr langsam.
Trio opus 3 voor klarinet, cello en piano (Alexander von Zemlinsky)
: Het Trio voor klarinet, cello en piano in d, opus 3 van Alexander von Zemlinsky ontstond in 1896, vijf jaar na het werk voor dezelfde bezetting, opus 114, van Johannes Brahms en geïnspireerd door een persoonlijke ontmoeting met Zemlinsky en de grootmeester. Toch is dit Trio niet zomaar een doorslagje van Brahms’ partituur. Zemlinsky had genoeg talent en persoonlijkheid om niet in de val van het epigonisme te trappen. Dat Brahms Zemlinsky’s Trio persoonlijk wel aanbeval bij uitgeverij Simrock, is niet zonder betekenis. Later werd Zemlinksy de zwager van Arnold Schönberg, die huwde met diens zuster. Delen van het trio zijn allegro ma non troppo, andante en allegro.

50 & 85

De parochie O.-L.-V.-Middelares te Ieper is 50 jaar jong. Ook de Paters Capucijnen zijn nog jong van hart, maar zijn er ondertussen al 85 jaar. 2008 was een herdenkingsjaar met tal van festiviteiten. In het tweede weekend van november stonden de deuren van het klooster en de zaal Familiekring wagenwijd open om kijklustigen een tentoonstelling voor te schotelen. Foto's, kunstwerken en alledaagse gebruiksvoorwerpen lieten een licht vallen op het kloosterleven van de paters. Vele verenigingen hadden archiefmateriaal uit de kast gehaald en zetten hun beste beentje voor. De tijd maakte er bokkensprongen, de toeschouwers werden van het ene jaar naar het andere geleid. Sommigen herkenden zichzelf in gebeurtenissen uit vervlogen tijden.

Tehuisorgel

In het verzorgingshuis Cassiers vzw te Houthulst, werd er op vrijdag 28 november een juweeltje van een orgel ingespeeld. In de cafetaria, die op zaterdag tot kapel wordt omgebouwd, stond vroeger een instrumentje, de naam niet waardig. De bespeler vond er niets beters op dan een huisorgel van orgelbouwer Deblieck uit Brussel aan te schaffen. Organist Jan Vermeire kweet zich van een mooie inspeling geassisteerd door sopraan Hilde Coppé. De aalmoezenier wijdde de pijpen in en een zestigtal belangstellenden konden genieten van het zeven register rijke positief annex pedaal. Het is een heel mooi afgewerkt ding dat vernuftig in elkaar zit. Het lijkt op het eerste gezicht een hele bouwdoos. Elke millimeter in het kistorgel is benut, alle pijpen zijn van cederhout, de pedaaltoren is loskoppelbaar en het hele ding staat op wieltjes zodat het verplaatstbaar is. De Heer Deblieck is niet aan zijn proefstuk toe; hij leverde in Leipzig een identiek instrument, voor de neuzen weg van Duitse topbouwers. Op het programma prijkten componisten als Purcell, Scarlatti, Händel en Bach. Nadien kon ieder zijn gedacht kwijt bij een glas wijn.

Westhoek Consort

Naar jaarlijkse gewoonte treedt Westhoek Consort op in de Gotische Zaal van het Poperingse stadhuis. Op zondag 30 november zat deze namelijk bomvol muziekliefhebbers. Het ensemble is zes jaar jong en heeft door de jaren heen een mooi palmares bijeengespeeld. Het heeft ook aan afwerking en juistheid van intonatie gewonnen. Natuurlijk moet je sommige passages met een korreltje zout nemen; toch heeft dirigent Nico Logghe in deze korte tijdspanne puik werk geleverd. Het aperitiefconcert begon met een hedendaags werk uit Amerika. Het consort schuwt geen dissonanten en weerde zich fel in dit openingswerk van De Borgo. Nadien volgde een suite van Gustav Holst, de gekende componist van 'The Planets'. Het stuk staat nog niet lang op hun pupiters, maar kende toch al een boeiende uitvoering. Nadien volgden wat bewerkingen van volksliederen allerhande en werd het optreden gesloten met een medley uit 'The Phantom of the Opera' van Webber. Niet alleen de strijkers, maar ook een groep blazers en een drummer trokken van leer in deze apotheose. Nadien werd gezellig nagepraat bij een welverdiend glaasje.

01 november 2008

HemelBed 104

Na een mooie nazomer in oktober zet de winter in met water, wind en kilheid. Verwarmingen dienen terug aangezet, houthaarden branden weer en het winteruur is ingegaan. Speelgoed en kerstversieringen teisteren reeds menige etalage. Sint-Maarten komt eraan en straks zet de Westhoek zich schrap voor de horde Engelsen die het Kanaal oversteken. Zoals hieronder te lezen haalde de oktobermaand een mooie oogst binnen aan cultuurevenementen.

Joe English

In Diksmuide organiseerde het Davidsfonds een trojka aan tentoonstellingen over de Bruggeling English. Zijn naam laat het al vermoeden; hij is niet van Vlaamse afkomst. Deze schilder-kunstenaar had een Ierse vader die zich specialiseerde in de vlaggennijverheid. Joe zelf ontwierp thuis in het atelier vele vaandels en was een begenadigd schilder. Hij studeerde in Brugge en Antwerpen. Toen de oorlog uitbrak, mocht hij eerst gasmaskers vervaardigen tot hij ingelijfd werd in een kunstgroep te Veurne. Daar kon hij de littekens van de oorlog op canvas zetten. In Montanus 5 lag de nadruk op zijn schildersactiviteit. In de St.-Niklaaskerk konden we genieten van hoe men 100 jaar geleden vlaggen vervaardigde en op de Vredestoren stond vooral zijn oorlogstijd te Veurne in de picture. Hij stierf tamelijk jong aan een blindedarmontsteking: een te vroeg einde van een veelbelovende artiest.

Houthandel in muziek

West Classic startte haar concertseizoen op 10 oktober in de Ieperse stadsschouwburg. Heel weinig volk (de afwezigen hadden ongelijk) beluisterde de blazers van de Grote Houthandelshow van Antwerpen. Fluit, hobo, klarinet, hoorn en fagot brachten werk van Ligeti, Nielsen, Grieg en Berio. In een heel wisselende opzet konden deze vijf blazers het publiek boeien met muziek die toch soms wat moeilijk was. Hun choreografie van de 6 Bagatellen van Berio was heel aangenaam en uitstekend opgevoerd. Een echte krachttoer was het om de partituur uit het hoofd te spelen terwijl ze een gecoördineerde dans brachten. Alle vijf droegen ze hun favoriete outfit. Zo was de fluitiste warempel Carmen die in rode jurk uit haar opera weggelopen bleek. De fagot droeg een charlestonnesk kostuum terwijl de hoboïst een verstrooide professor bleek. Met eigen voorgedragen bindteksten verduidelijkten ze hun programmakeuze. Deze eigen aanpak van wat een concert zou moeten zijn, deed hun de prijs van 'Gouden Vleugels' bij Jeugd en Muziek winnen. Deze jonge muzikanten blaken van enthousiasme en zien een succesvolle toekomst tegemoet. Hier wat uitleg bij de gespeelde werken: 1/ C. NIELSEN: Kwintet op. 43 Het was een repetitie over de telefoon (wat voor die tijd heel uitzonderlijk was) die de inspiratiebron werd voor het componeren van dit kwintet. Carl Nielsen, Deens toondichter, droeg het dan ook op aan de leden van het Kopenhagen Blazerskwintet die Mozarts Sinfonia Concertante voor vier blazers en orkest aan het repeteren waren. Na de creatie in 1922 beloofde Nielsen de vijf blazers elk een soloconcerto voor ieders instrument. Spijtig genoeg kon hij er maar twee afwerken, dat voor fluit en eentje voor klarinet, want Carl overleed in 1931 op 66-jarige leeftijd. Het werk is gebed in een eclectische stijl waarin de componist neoklassieke eigenschappen mengt met moderne elementen. Het is één van de standaardwerken voor blazerskwintet uit de 20e eeuw. Het telt drie delen: een sonate-allegro deel gevolgd door een vrolijk menuet. Hierin toont Nielsen zich een geniaal componist: uit weinig materiaal haalt hij het maximum aan zeggingskracht. Het slotdeel begint traag en sluit af met een thema met elf variaties. Het thema is een eigen gezette koraalmelodie op een Lutheraanse hymne. De beide eerste delen komen over als twee preludes op dit complexe einde van het kwintet. 2/ L. BERIO: Opus Number Zoo Luciano Berio, Italiaans componist uit de 20e eeuw, componeerde het Opus Number Zoo in 1951. Het werk vereist eigenlijk een verteller, maar de muzikanten reciteren zelf op hun beurt dierenfabels die vervolgens een muzikale nabootsing ondergaan. Het snel afwisselen van spreken en spelen leidt tot effectvolle scènes en stelt hoge eisen aan de uitvoerders. Dit vroege werk heeft niets van de latere humormuziek van deze illustere Italiaan. Hier laat hij zich beïnvloeden door Stravinsky en zijn leraars Malipiero en Dallapiccola. In de vier delen, op tekst van de Amerikaanse schrijfster Rhoda Levine, stelen een vos, een haan, een paard, een grijze muis en enkele katten de show. 3/ E. GRIEG: Danses Norvégiennes Grieg, een Scandinavische componist bij uitstek, wiens 100-jarig overlijden vorig jaar werd gevierd, staat garant voor degelijke klassieke muziek die doordesemd is van Noorse folklore. Hij werd ook wel "de Chopin van het Noorden" genoemd. Hij werd wereldberoemd met zijn Pianoconcerto dat hij zelf overal kwam vertolken. In 1881 componeerde hij zijn opus 35, enkele Noorse dansen voor orkest. Van deze compositie zijn vele bewerkingen gemaakt, door de toondichter zelf en door anderen. Onder andere ook voor de bezetting van vanavond, het blaaskwintet. 4/ G. LIGETI: Sechs Bagatellen Van deze Hongaarse componist horen we een jeugdwerk in neoklassieke stijl. Ze zijn geïnspireerd op de Hongaarse volksmuziek en op de stijl van zijn Russische collega, Stravinsky. Het vijfde is opgedragen aan Bela Bartok, die in 1945 in de US overleed aan leukemie. Oorspronkelijk stammen werkjes uit zijn pianowerk 'Musica ricercata'. Hij bewerkte ze voor blazerskwintet in 1953. Pas in 1969 werden ze in Zweden gecreëerd.

Buren bij kunstenaars

In heel West-Vlaanderen zetten allerhande kunstenaars hun deuren van hun huis en atelier wagenwijd open. Ze spelen de perfecte gastvrouw en -heer van een niet-aflatende stroom aan publiek. Velen komen uit nieuwsgierigheid. Mensen vragen zich af hoe een bepaalde kunstenaar zijn kunstwerken vervaardigt, hoe zijn atelier eruitziet? Is het niet altijd zo dat een tekentafel of palet de aandacht van velen kan trekken? Of komt men gewoon om eens het interieur of leefwereld van een schilder, beeldhouwer of ceramist te aanschouwen? Mij viel de eer om tussen en met enkele kunstbroeders en -zusters op de avond van één van de opendeurdagen privé aan tafel te zitten met één van de participanten van dit provinciaal en jaarlijks gebeuren. Wat een luxe om over cultuur te praten met gelijkgezinden. Wat leuk om ook eens van mening te kunnen wisselen, voor of tegen en over een aantal kunstwerken, stromingen en stijlen! En wat een verrassing als op het einde van de avond, na een natje en een droogje, de kunstenaar je hoogstpersoonlijk één van zijn kunstwerken schenkt? Het beleven van een vriendschap, gul en oprecht, in deze tijden van eogoïstische financiële problemen, doet deugd aan het hart. 'Buren bij kunstenaars' is en blijft een schitterend initiatief.

Kraters en mijnen

De West-Vlaamse provincie doet een grote inspanning om de recreatie te bevorderen. Daartoe werden er in het verleden fiets- en wandelpaden aangelegd die kriskras doorheen de regio laveren. Het landschap is dan ook bezaaid met allerhande paaltjes die de participanten wegwijs moeten maken. In toeristische centra zijn kaarten te koop waarop de routes gedetailleerd zijn afgedrukt. Gewapend met zo'n kaart over het wandeltraject in en om Wijtschate, begaf ik me op een vroege woensdagmorgen op pad. De omloop met als titel 'Kraters en Mijnen' vertrekt aan de kerk op het dorpsplein. Oktober profiteerde al van een prachtige nazomer, maar deze ochtend liet de zon het afweten en hadden de weergoden me getrakteerd op niet-aflatende mist. De akkers ademden de dauw uit en overal was het merkwaardig stil. Ik had amper 100 meter zicht en waande me in de jaren 14-18. Na een half uur stappen was de zon sterk genoeg om de laaghangende wolken weg te blazen. Vergezichten richting Ieper en de Kemmelberg klaarden open. Stil torende de 'Dikkop' van Mesen aan de kim. Onderweg las ik vele straatnamen en andere bezienswaardigheden. Elk had zijn eigen naam en deed me raden naar de ontstaansgeschiedenis. Welke anekdote leidde er naar de 'Scheerstraat', de 'Maedelstede Krater', het 'Spanbroekmolen Cemetry'? Achteraan de kaart is wel een uitleg te lezen, maar ongewild ging ik zelf op zoek naar eventuele verklaringen. Als snel vliegt de tijd als je je daarop concentreert. Via de 'Pool of peace', eigendom van TocH Poperinge en een waar minireservaat voor vis en vogel, kwam ik via de Wulvergemstraat in een kleine kom tussen Wijtschate en Mesen. Een Duitse bunker slaat je kil gade en een bord vertelt je hoe het eraan toe ging in 1917. Ongelofelijk dat het er nu zo stil is... Na anderhalf uur stappen verwelkomden de kerkklokken me terug aan het Kerkplein.

01 oktober 2008

HemelBed 103

In deze laatste dagen van september en het begin van oktober dient zich de herfst aan. En het zijn geen koopjes, het is al een regelrechte sollicitatie van de winter. Het kwik daalt alsof het op de beurs genoteerd staat, de regen doet ons onze kraag opzetten en de verwarmingsketel mag weer zijn zacht geronk laten horen. Niet geklaagd, er zal terug van alles te doen zijn: concerten, tentoonstellingen, opvoeringen allerhande. De verveling mag geen kans krijgen om toe te slaan. Doe er vooral iets aan!

Hanne Bedert en de bib

Op vrijdag 5 september organiseerde de Ieperse bib haar jaarlijks concert. Na afleveringen met muziek uit de vier windstreken, kwamen ze dit jaar met een ster van het thuisfront. Hannelore Bedert, een halfslanke jongedame, kwam liederen zingen in drie talen: het Algemeen Nederlands, het West-Vlaams en iets daartussen. Op goeie momenten klonk ze beter dan Flip Kowlier; jammer dat de versterking haar stem soms totaal onverstaanbaar maakte. Wat is dat toch, godbetert, dat knopjesmannen daar geen oren naar hebben. Ze maken alles kapot met hun volume en basversterking. Toch kwam Bedert na enkele songs op kruissnelheid. De snelheid van de stukken liep van traag, over trager naar traagst en toch kwam er geen verveling. De instrumentatie en haar programma hadden een goeie opbouw. De inhoud van haar teksten bleek na enkele kwartieren gekend: zwart, vol verdriet en als de zon even door de wolken kwam piepen, was het nog met een traan. Toen het slotlied er zat aan te komen, zat ik toch met het gevoel dat ze nog een uurtje mocht doorgaan. Hannelore heeft een mooie, op momenten tedere altstem. Ze kan ontroeren maar ook geselen. Haar eerste cd lag midden september in de winkels: een kiem in de dop?

Hoppemuseum

In Poperinge staat de maand september helemaal in het teken van 'feest'. De hop staat er centraal met de Hoppestoet en dit jaar stak men nog een tandje bij met het 50-jarige feest hiervan. Bart Wemaere stak zijn pen in de inktpot en schreef een boek over het hoppegebeuren. Als je graag iets over dit natuurfenomeen wilt weten, moet je het Hoppemuseum in de Gasthuisstraat bezoeken. Het oude gebouw is rijzig en kloek gebouwd. Binnen krijg je echt een mooi zicht op de hoogte omdat de trap en de lift die je naar het begin van de tentoonstelling voeren, mooi de binnenkoer vullen. De reuk van het kruid verwelkomt je en houdt je het hele traject bij de neus. De geschiedenis van het plukken is een volksverhaal dat van hand tot machine loopt. Terug beneden kun je je hart ophalen bij een streekbier. Als je buitenkomt, voel je pas dat je een reisje in de tijd hebt gemaakt.

Cyrusfeesten

In Poperinge weten ze wat feesten is (zie voorgaande artikel). Op de eerste zondag van september (als het dan al niet lichtjes regent), kwamen allerhande rare kwieten het stadsbeeld animeren. De Poperingse centrumhandelaars en het stadsbestuur boden een unieke nazomerse topnamiddag aan: een combinatie van winkelen en vertier. De centrumwinkels hielden open dag en lieten je een kijkje nemen in de nieuwe herfstcollecties, terwijl heel wat straattheatertalent uit alle windstreken voor ambiance zorgde. Toch komt het merendeel van het publiek voor de randanimatie. Vooral de verklede solomannen of dito vrouwen trokken mijn aandacht. Met allerlei visuele trucs wisten ze de kijkers te boeien, vooral ook de allerkleinsten uit het publiek. Een steltenloper met een draak in een kooi trok de aandacht van velen. Ook de acrobatrice op de Grote Markt kon een menigte boeien met een act die het midden hield tussen lachen en kunstjes tonen.

Luc Ameel: 50 jaar kunstschilder

Bij het bekijken van de tentoongestelde tekeningen en schilderijen van Poperingenaar Luc Ameel, bekropen me enkele bedenkingen. Vooral eerst die grote vraag: wat is kunst? Ik laat hier het antwoord in het midden, want iedereen kan hier alle kanten mee op. Bij de titel 'kunstschilder' en het aanschouwen van de werken, kon ik echter geen voldoening krijgen wat mijn nood naar verheffing betrof. Begrijp me niet verkeerd, het werk van Ameel is mooi en bewonderenswaardig. Het toont de pittoreske en prachtige diversiteit van ons landschap en patrimonium uit onze Westhoek. Kerkjes, molens, herenhuizen... zijn consciëntieus weergegeven. Toch vind ik het woord ambachtsschilder meer op zijn plaats. De Gasthuiskapel lag vol, wat ook het 'zien' blokkeerde. 'Overdaad schaadt' is misschien veel gezegd, maar een tentoonstelling kan maar winnen als er niet al te veel te aanschouwen valt. De rust van mijn bezoek werd vooral verstoord door de vele kaartjes met 'verkocht'. Toch een pluim voor de meester die nu al sedert 1958 onze Westhoek portretteert.

03 september 2008

Rendez-vous met de brouwer in de Groote Oorlog

Weekeind van 8-9 november 2008 in het Mout- & Brouwhuis de Snoek (Fortem-Alveringem)

Vandaag laat de Eerste Wereldoorlog zich door waardevolle toeristische initiatieven zoals In Flanders Fields, het Memorial Museum Passendaele 1917 en het Talbot House, vooral herinneren in de zuidelijke Westhoek. Onverminderd hun belang slagen de IJzertoren en de Dodengang er niet in om het verhaal van deze wereldbrand in de noordelijke Westhoek een gelijkwaardige cultuurtoeristische betekenis aan te meten. Nochtans hebben het Vlaamse en Waalse verhaal van deze oorlog zich voornamelijk langs de IJzer afgespeeld. In functie van een integrale benadering van het Oorlog & Vrede-verhaal in de Westhoek dringt zich hoegenaamd nog wat sturing vanuit de hogere overheden opvoor een globale regionale aanpak. Als kleine speler in het toeristische veld wil het Mout- & Brouwhuis de Snoek in Alveringem alvast aangeven dat de verhalen van en over de Groote Oorlog in de noordelijke Westhoek evenzeer onuitputtelijk zijn. Als bevoorrader van soldatenbier voor zowel de frontsoldaten als de vluchtelingen die zich achter het IJzerfront in het enige stukje onbezet België bevonden, nam de brouwerij de Snoek, net als alle andere dorpsbrouwerijen in dit gebied, een zeer specifieke plaats in. Vandaag is het Mout- & Brouwhuis de Snoek nog de enige, volledig bewaarde brouwerij uit de 19de eeuw die het verhaal van de dorst tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt en zich door zijn museale herbestemming leent om dit verhaal te brengen. Omdat precies 90 jaar geleden aan deze oorlog een einde kwam, organiseert het Mout- & Brouwhuis de Snoek dit najaar op 8-9 november het grote “Rendez-vous met de brouwer in de Groote Oorlog”. Tijdens dit tweedaagse evenement worden de bezoekers teruggevoerd naar de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog. De frontsoldaten horen in die dagen weliswaar van vredesonderhandelingen en een nakende wapenstilstand maar ervaren intussen nog dagelijks de harde realiteit van het soldatenleven in modderige loopgrachten en van vrienden die op de valreep de oorlog niet mogen overleven. De brouwerij dient hierbij als uniek decor voor zowel klein fronttheater onder regie van Claude De Beuckelaer als muziektheater met een fraaie selectie soldatenliederen door het Veurnse muziekensemble Sinksenbruid. Voorts worden de bezoekers er in contact gebracht met de oorlogskeuken achter het front. Voor deze culinaire kennismaking staat de Alveringemse Tafel, die aan dit evenement meewerkt, in. In een voor de gelegenheid in de brouwerij ondergebrachte soldatenkroeg met de veelbetekende naam ‘In den (Ke)Yser’ laaft de brouwer van De Snoek de soldaten met (veredeld !) soldatenbier. Duiding bij dit ‘Rendez-vous met de brouwer in de Groote Oorlog’ wordt op de eerste plaats gegeven aan de hand van de tijdelijke tentoonstelling ‘Goe genoeg vô de soldoat’ die in de kiemkelder wordt opgezet door het historisch onderzoeksteam van Westhoek-Monumenten vzw. Aan de hand van geleide bezoeken aan de expositie en drie causerieën, waarvoor Willem Wackenier, Jaak Bauwens en Jef Ameeuw tekenen, wordt het harde soldatenleven aan en onmiddellijk achter het Ijzerfront verder ontsloten voor het grote publiek. Een thematische boekenmarkt op de brouwerijzolders zorgen uiteindelijk dat de bezoekers hun onderdompeling in het oorlogsverleden van Bachten de Kupe achteraf thuis verder kunnen beleven.

Voor meer informatie zie www.desnoek.be of www.alveringem.be (zie ‘bezoekers’)

of mail naar frank.becuwe@mino.be

01 september 2008

HemelBed 102

Hop, de vakantie zit erop en één miljoen kinderen zetten hun kompas weer richting school. Dat het hen heel goed mag gaan! Wij met ons HemelBed zijn terug de Westhoek ingeschoten en hebben talrijke musea aangedaan. Je moet het niet altijd te ver gaan zoeken, onze eigen streek heeft heel wat troeven.

Memorial Museum Passchendaele 1917

Als je in de Westhoek passeert, ontmoet je wellicht karrenvrachten Engelse oorlogstoeristen. Het is bijna een normaliteit dat pakken bussen onze wegen bekleden en aanschuiven voor een parkeerplaats aan de Ieperse kathedraal. Ettelijke familieleden willen de naam van hun oom, opa of overgrootvader op een grafsteen vinden. Ondertussen zaten de plaatselijke handelaars niet stil en weten hun omzet groeiende. Het 'In Flanders Fields' Museum is een must geworden in het veld van Vlaamse attracties. Enkele jaren terug stelde men te Zonnebeke vast dat het voor hen ook mogelijk was een graantje mee te pikken. Het mooie rustieke kasteel achter de kerk werd omgevormd tot het 'Memorial Museum Passchendaele 1917'. Het is veel kleiner dan dat van Ieper, maar heeft toch een eigen karakter. Het focust niet op het gebruik van computers, maar probeert heel aanschouwelijk te werk te gaan. Veel aandacht werd besteed aan de chronologische opeenvolging van de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog. Ook veel gevonden voorwerpen worden tentoongesteld, al missen velen hier wat basisuitleg. Je hebt er het raden naar wat de items voorstellen: zijn ze van Duitse origine, wat was hun functie, waar werden ze gevonden? Mijns inziens zullen velen die niet wat kennis hebben over de 'Great War' in het duister tasten. Ook kan de belichting wat beter: op sommige plaatsen gaat die niet of slaat een elektrisch oog wat te laat aan. De prijs is democratisch (€5 p.p.) al zou er wat meer korting af kunnen voor de lerarenkaart. Na het bezoek aan het gebouw is een wandeling in het park aan te bevelen. De vijver is een pleisterplaats voor menige vogel en het bos is een mooie meditatieruimte om de gruwelen van het oorlogsgeweld wat te vergeten.

Merghelynck te Beauvoorde

Soms gaat men alles te ver zoeken. Wat betreft zonne-uren kan dit waarschijnlijk, maar om iets moois te zien, hoeft dit zeker niet. Natuurschoon en kunst liggen zo voor onze voeten. We moeten het maar zien te vinden en willen onderkennen dat onze kleine streek vele bezienswaardigheden herbergt. Bezoek eens Beauvoorde, niet omwille van alle kleine kunstenaarsateliers en dito winkeltjes die als parasieten op een groter beest komen neerstrijken. Maar alleen al het kasteel is zeker de reis waard. Arthur Merghelynck (die nu juist 100 jaar overleed) was er de laatste eigenaar van en had ook een huis te Ieper. De man interesseerde zich fel in genealogie, heraldiek en dergelijke meer. Het kasteel is een juweeltje in zijn soort. Mergelynck zelf verzamelde oude voorwerpen en wilde een huismuseum maken. Dit is nu wel degelijk gelukt. Het park rond het huis is prachtig en ook een bezoekje aan de kerk is aanbevolen. Tussenin tref je 'De Suffelhoek' aan. Een oud schooltje is er omgevormd tot een bibliotheek van tweedehandse boeken. Op de zijkanten van de boekenrekken vind je blaadjes die in de boeken gevonden werden. Prullaria van de bovenste plank. Een stop in deze schone voorde is een must als je het kleine Vlaanderen van eeuwen terug in al zijn schakeringen wilt ontdekken. Kerkelijke, adellijke en boerentaferelen liggen er zo voor het rapen.

Orgelbespeling te Ieper

Elke eerste zondag van juni tot en met oktober gaat er een orgelbespeling door in de O.-L.-V.-Middelareskerk te Ieper. Telkens start dit om 11.00 uur en de toegang is gratis. De editie van augustus wordt steeds door hetzelfde trio ingevuld. Klaas Blijlevens zorgt voor uitleg bij wat mystieke teksten, Marc Maes vervaardigt op deze thema's kunstwerken (meestal keramiek) en Ludo Geloen improviseert op het kleine neobarokke orgel en/of harmonium. Deze keer was het onderwerp 'vogels'. Teksten van Hadewijch werden aangereikt en keramieken vogels toonden zich in hun vederpracht. Het orgel van de Capucienenkerk bezit genoeg kleine pijpen om deze stenen vogels een lied te verschaffen. Enkele werken van Bach (gebaseerd op vogelgeluiden) werden ten gehore gebracht. In elk van deze korte concertjes wordt een symbiose betracht tussen muziek, beeld en woord. De volgende keer is het de beurt aan kunstenaar Robie Van Outryve uit Diksmuide. Afspraak op zondag 7 september.

Tabaksmuseum te Wervik

Als je drie van de vijf opgegeven musea (in elk museum kun je zo'n kaartje krijgen) uit de Westhoek gaat bezoeken en zo bij elke halte een stempel verzamelt, krijg je een Westhoekse ovenwant. Ik heb al 2 stempels en ga zeker op zoek naar een derde. Wervik is een klein stadje in een verloren hoek van Vlaanderen. Ooit was het de bakermat van de tabaksteelt. 'De Wervicksche toebak' was wereldvermaard. Nu bulkt de te restaureren kerk van vergane glorie en is het heel stil in de straten. Het Tabaksmuseum ligt aan de stadsrand en is rond een mooie molen gebouwd. Nostalgie is er troef: oude reclameborden doen het verleden heropleven en een film over de pluk toont traditionele taferelen. Het tabakshuis is gespecialiseerd in snuif en pijptabak. Het maakt hoegenaamd geen publiciteit om aan dit tijdverdrijf dat het roken ook is, te beginnen. Een paar tijdelijke tentoonstellingen (erotische foto's en roken bij kinderen in de 19e eeuw) fleuren het geheel wat op. Wervik ligt in een grensplooi: Frankrijk wordt er buitengehouden door de Leie. Het is de moeite waard om er alleen al eens te passeren omwille van het natuurschoon en het rustieke van vervlogen tijden.

De Arkvaarders

Tijdens het lezen van dit boek van Anne Provoost (geboren te Boezinge, hartje van de Westhoek), dacht ik steeds aan de 'Arkvaders'. Maar er is er maar één en die heet Noach of Noë. De schrijfster zet hier een historisch verhaal in het middelpunt van onze belangstelling, maar dit is meer het decor dan het hoofdthema. Hoofdfiguur is een jong meisje dat zich een weg zoekt in haar leven. Haar queeste is een zoektocht naar zichzelf, naar familiebanden en haar taak in een veranderende maatschappij. Die verandering komt er heel abrupt, de zondvloed komt er namelijk aan. Geniaal is de versmelting van het oude met het hedendaagse denken van ons mensen. Verschillende mensenrassen worden tegenover elkaar gesteld. Liefde is zoals altijd een belangrijk ingrediënt. Het verhaal is met veel compositorisch vernuft en zin voor spanning opgezet. Archetypen, een snuifje Midden-Oosten en de cultuur van Grieken en Romeinen zijn niet veraf. Het is tevens geschreven met veel zin voor detail en kennis van zaken wat betreft het dagelijkse leven in de prehistorie. 'De Arkvaarders' is een echte aanrader. Het lijkt me helemaal geen jeugdboek, het is eerder iets voor alle leeftijden.

01 augustus 2008

HemelBed 101

Deze editie geef ik graag zwarte vlekken mee op een witte achtergrond. Misschien moet ik ook nog de soundtrack van de film '101 Dalmatiërs' op de achtergrond laten klinken... We zitten onderhand midden de grote vakantie en de tijd kabbelt maar verder. Herinneringen blijven hangen aan grote gebeurtenissen, maar even goed aan de kleinste. De atmosfeer van een dagreis kun je jaren later weer oproepen aan de hand van een klein voorval: iets wat je opgemerkt hebt, iets wat een ander maar een prul vindt of helemaal niet zou gezien hebben. Denk maar aan de rust van een stadspark, de drukte van een markt, een hotelkamer met uitstekend onbijt, een picknick ergens te velde of in de bossen, de getelde vliegtuigen die over je heen kwamen gestegen toen je even op je luie rug in het gras lag... Het moet niet veel zijn, maar het zijn vooral die eigenste dingen die je hebt vastgepind op je eigen levenslijn. De grotere zaken komen wel in de krant en meestal vergeten we die, want die papierplooiers staan meestal bol met gebeurtenissen die niet beklijven omdat ze geen persoonlijke verbintenis maken met ervaringen die je zelf opdeed.

De tijd heeft
dorst, ze
dringt aan
op een glas.

Brons, Horen en Zien

Nu al voor de 5e keer plaatsen CCI en Kunstkamers 'De Queeste' bronzen beelden tijdens de zomer op de binnenkoer en westervleugel van de Ieperse Lakenhalle. Idee is om het brons van de klokken in het belfort te linken aan de materie van deze kunstwerken. Beiaardier Ludo Geloen improviseerde op vier werken uit het aanbod. Brons wordt vervaardigd door het mengen van 80% koper met 20% tin. Na afkoeling is dit gegoten metaal ijzersterk en zijn bekomen vorm blijft voor eeuwig (althans naar mensenmaat). Klokken zijn geniale bronzen klankverwekkers. De beiaard met zijn 49-koppig koor aan bronzen monden, is een uitermate geschikt instrument om over de daken van de stad, melodieën te strooien. Dit gebeurt in Vlaanderen en omstreken reeds voor eeuwen. Dit klankfenomeen in combinatie brengen met een andere kunstdiscipline nl. bronzen beelden, is een uniek moment voor onze zintuigen, oog en oor. Het is een symbiose van gewaarwordingen die we tijdens de komende concerten kunnen ervaren. Het geluid maakt beelden en herinneringen in onszelf los. Dit stadsgeluid fixeert ook gebeurtenissen in ons gehoorgeheugen: een warme zomeravond, een mistige wintermorgen. Het gelui is onlosmakelijk verbonden met het leven van een stad. De beiaard bekleedt via zijn klokkenmuziek muren en straatstenen, melodieën haken zich in ons vast en we neuriën ze mee. Maak gebruik van deze muziekmomenten wanneer de beiaardier de klokken bespeelt. Neem op de luisterplaats de tijd om het aloude spel van deze klokken in je op te nemen. De beiaard wordt op onderstaande momenten nog bespeeld en de tentoonstelling loopt nog tot begin september. Zondag 17 augustus om 12u: Marcel Siebers (Nl.) Zondag 24 augustus om 12u: Gideon Bodden (Nl.) Zondag 31 augustus om 12u: Ludo Geloen Zondag 7 september om 12u: Geert Stubbe

Kunstroutes te Lo

Het stadje Lo heeft enkele mooie troeven: de kleine markt heeft een miniatuurbelfort waar sinds enkele maanden een klokkenspel in huist. Het heeft een mooie kerk waar af en toe een tentoonstelling of een muziekevenement in doorgaat. Van de oude abdij zijn nog enkele sporen nagelaten, zoals de duiventoren. Het VVV heeft een kleine kamer vrij voor exposities en elke zomer gaat er een kunstroute door: eentje om te wandelen (2 km) en eentje om te fietsen (20 km). Deze trajecten zijn bezaaid met kunstwerken (beelden en gedichten) en laten je op een gemakkelijke manier het stadje en de streek eromheen verkennen. De kunstwerken zijn op een smaakvolle en sobere manier aangebracht en gaan in de omgeving op. Ze verschaffen je rust en meditatiemomenten. Praktisch gaat het zo in zijn werk dat je een plannetje afhaalt aan het VVV. Het is eigenlijk een brochure met foto's en uitleg over alle kunstwerken. Het oogt heel degelijk en is heel informatief. Toch kunnen de beide plannen wat duidelijker. Op het traject zijn ook enkele gedichten aangebracht die te beluisteren zijn. Kristien Hemmerechts sprak ze in en ze worden telkens gevolgd door een korte uitleg over de historie van de stad. Verteller is hier Wim Chielens. Het meest beklijvende beeld was dat van Hilde Van de Walle (die ook op Brons, Horen en Zien te zien is). Het betreft een in kikvorsstand zittende man op een wereldbol. Dit kunstevenement te Lo lijkt me een voorbeeld om misschien in andere steden ook eens te proberen!

01 juli 2008

HemelBed 100!!

Getallen zijn maar getallen, maar toch. Honderd maal een maandeditie maken rond culturele evenementen in onze Westhoek is een mijlpaal en dat in het 9° jaargang. Aan de start hadden we dit nooit voor mogelijk gehouden, nu is het zover!

Aankondigingen:

Op zondag 6 juli om 11u concerteert Ignace Braem op accordeon naast organist Ludo Geloen in de O.-L.-V.-Middelareskerk te Ieper. Stijn Yperman stelt ceramiekwerk ten toon.

Op zaterdag 26 juni om 20.00 concerteren organist Paul De Maeyer en klarinettiste Limke Deblaere te Diksmuide.

'WESTHOEK verbeeldt': meer dan 10.000 beelden online

De kaap van de tienduizend beelden is gerond! Eind 2005 bundelden CO7 en Erfgoedcel Ieper hun krachten om het project ‘HEUVELLAND verbeeldt’ te doen uitgroeien tot ‘WESTHOEK verbeeldt’. Ondertussen zijn er een 140-tal vrijwilligers actief in Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke. Ze gaan bij privé-personen of –verenigingen op zoek naar beeldmateriaal, maken er een digitale kopie van en bewaren het beeld samen met de nodige informatie in een beeldbank. Deze beelden en de bijhorende verhalen zijn terug te vinden op www.westhoekverbeeldt.be.

Intussen zijn er dus meer dan 10.000 beelden online. Hoog tijd om te bekijken wat nieuw is, op zoek naar foto’s over jouw straat, vereniging, school. Misschien ken je zelf nog personen of anekdotes bij de beelden. Aarzel niet om op het tekstballonicoontje onder de foto te klikken. Jouw informatie wordt verwerkt in de beschrijving. Zo kan je zelf je steentje bijdragen aan het verhaal van de streek. Op de foto vergaapt 'Jong Watou' zich aan een nieuw aangekocht cameratoestel.

Meer info: ‘WESTHOEK verbeeldt’, Sint-Jacobsstraat 1, 8900 Ieper – 0473 48 54 66 of 0473 48 54 67

Doedelzakken

Op de verjaardag van Robert Schumann, die deze maand toevallig vaderdag was (Vaderdag viel dit jaar toevallig samen met de verjaardag van Robert Schumann.), Inge Smedts concerteerde tijdens een orgelbespeling in de Ieperse O.-L.-V.-Middelareskerk op haar barokmusette en doedelzak. Deze folkinstrumenten ondergaan op heden een revival. Bouwers specialiseren zich om deze oude instrumenten na te maken en vervaardigen echte juweeltjes. De barokmusette is een Franse variant en werd aan het hof van Louis XIV gebruikt. Van een zekere Chédeville zijn wat partituren tot ons gekomen en van de Sonatille Galante werden twee stukken ten gehore gebracht. Vanaf de eerste tonen werd mijn basso-continuospel danig beïnvloed. De fluwelen klank inspireerde me tot een dunnere zetting en een zachtere, fijnere interpretatie. Op haar Vlaamse moezelpijpzak vertolkte Inge twee delen uit het handschrift van de familie Martinelli uit Diest. Deze verzamelboekjes zijn een neerslag van vele te spelen composities die her en der door de schrijvers op de kop werden getikt. Ook beiaard- en orgelboeken uit die baroktijd zijn zo ontstaan: de Gruijtter, Dupont, het Leuvens Handschrift en noem maar verder op. Deze Vlaamse doedelzak klonk wat harder en vinniger. Als slot koos Inge voor een variatiereeks, geschrven door haar leraar, J. P. Van Hees , een Pas'Pid del Neure Poye (een passepied van de zwarte kip). Tijdens het concertje viel plots mijn frank: de doedelzak ziet er werkelijk uit als een kip, een zwarte dan nog wel. Terzelfdertijd prijkten er keramieken potten van de hand van Veerle Decapmaker op houten sokkels. Op deze artefacten werd op het orgel geïmproviseerd en twee gedichten zagen het levenslicht.

Zonder titel
Weent de pot om
zijn gestold
bloed
dat, wachtend
op
die onontkoombare

breuklijn van en
naar
zichzelf,
breekt?


Bloost hij om

zijn roos- en
broosheid
dat
zichzelf lijkt
te
ontvreemden
in
zijn porseleinen jas?

Verlangt hij naar

die ene hoge zangnoot

die hem verlost

van zijn eeuwigdurende

dooraderde ronde
vorm?

Doorkijk
Deze pot
draagt de rok
omgekeerd, de
regen
stolt
in franjes tranen
aan
haar boord.

Grenzeloos
laat ze
mijn
mortier aan blikken
toe, mijn
ogen vermorzelen
haar kanten flarden.


Ik zie geen bodem,

enkel steen.

Politieroman

Na zijn “Creuse Trilogie” (drie romans met als decorum de Creuse) en de psychologische roman Klamme handen, waagt Thierry Deleu zich nu aan een politieroman. 'De doden zwijgen niet' leest als een trein; de spanning jaagt de lezer bladzijde na bladzijde naar de ontknoping; de personages zijn mensen van vlees en bloed. Een verhaal dat gebakken koek is voor een filmscenario. De moord op informant Maarten Decock is het startsein voor een onderzoek dat gekleurd en fout getekend wordt door leden van de Antwerpse GDA zelf. Sporen die zouden kunnen leiden tot hun betrokkenheid bij drugstrafieken worden genadeloos uitgewist. Moord en wedermoord is de rode draad in het verhaal. Met 'De doden zwijgen niet' geeft Thierry Deleu duidelijk blijk van metier en een groot inlevingsvermogen. Het boek is te verkrijgen voor € 15, over te schrijven op rekeningnummer 000-0900214-54 van Thierry Deleu,

Oostduinkerke.