01 december 2008

HemelBed 105

Een maand is alweer de deur uit en we stevenen met rasse schreden richting Kerst en Nieuwjaar.
Hier wat poëzie (van Sabine Waeyaert) ter verpozing. Neem plaats in een luie zetel bij een knisperende haard en herlees deze gedichten of een ander boek. Veel leesgenot.

1/ Als met een handgebaar
Jou zijn ons zijn
Dat eens beleefd
Met de ochtendkruimels
Onder tafel is geveegd

En dat de tweede lente
Nooit meer
Als de eerste wordt
Hoe kort
Haar bloei ook was


2/Mijn kind van de verandering
Mijn kind van de signalen
Ik ben je komen halen
Toen onze tijd daar was
Wij zijn samen geboren
En wat er is verloren
Een leven, zie ik nu pas

Wanneer je tegen me vlijt
Dan schuiven we samen uit de tijd
En vormen dromen
Toen je mijn hart overviel
Haakten je ogen zich aan mijn ziel
Ik kan niet meer ontkomen

Mijn kind van de verandering
Hou me niet uit de strijd
Bescherm me niet de hele tijd
Dat is mijn taak,mijn wezen
Mijn denken heeft zich opgesplitst
En alles wat ik heb gemist
Is met jou weer bewezen

Waar ik heen ga weet ik niet
Zolang jij me ziet
Zal ik niet verdwalen
En ook jij
Mag me altijd komen halen.

3/Vergeving is het stille
Zoete woord
Dat traag vergeten
Voorbij reist
Even de hand opsteekt
Herkenning

Diep
Als de noot van de ziel
Mijmert het
Verloren voor de mens

Het Collectief

Het tweede concert van West Classic ging voor de eerste keer door in de Capucienenkerk te Ieper. Misschien was dit een klein cadeautje voor de vijfigste verjaardag van het ontstaan van deze parochie van 'bachten de staosie'. Het Collectief zond maar een trio; normaal vormen ze een kwintet. Spijtig dat er zo wat klankkleur wegviel (een fluit en een viool). De ruimte leent zich er heel goed toe om kleine formaties te ontvangen. Het podium stond in het midden van de kerk. Jammer dat de piano niet wat meer naar achteren werd geplaatst. Nu zaten de solisten wat te dicht van het publiek. Vier werken werden gebracht: twee laatromatieke werken en twee atonale. De beide expressionistische stukken werden door de melodieuzere werken omkaderd. Tussenin was een korte pauze geprogrammeerd zodat de dissonantie en de celebraliteit van deze klanksculpturen wat afgezwakt werd. Live klonk de geciseleerde klarinet in het werk van Berg en de piano bij Schönberg prachtig. Ook de cello vulde de ruimte met zachte basklanken. Vooral het puike samenspel kon me bekoren, plus het feit dat geen enkele muzikant zich solist waande in het geheel. Het ensemble is dus zijn naam waardig. Hier wat info rond de werken:
Klarinettrio in a opus 114 (Johannes Brahms)
: Brahms' voorliefde voor de klarinet komt indirect voort uit het horen van het Klarinetkwintet van Mozart. Zijn enthousiasme groeide voor dit instrument toen hij Richard Mühlfeld, de eerste klarinettist van het Meiningen Orkester, ontmoette. Deze erudiete muzikant had al vele malen het Kwintet van Mozart op kamermuziekavonden vertolkt. Daarop begon Brahms in 1891 zelf aan het technisch en muzikaal exploreren van de klankkleur van deze boeiende houtblazer. Mede onder onvloed van de vele avonden samen met Mühlfeld, onstonden de twee mooiste kamermuziekwerken voor de klarinet, waaronder het Trio waarover we het hier hebben. Het Trio kreeg een eerste opvoering in petit comité, waar onder andere Mühlfeld en Brahms' vriend, de violist Joseph Joachim, aanwezig waren. De warme, tedere en zachte klank van de klarinet inspireerde Brahms tot het kooswoordje 'Faülein Klarinette'. Vooral deze tederheid en uitgediepte lyriek, een melancholische mineursfeer en expressieve modulaties komen veelvuldig aan bod in dit vierdelige werk. We horen achtereenvolgens een allegro, adagio, een andante grazioso en het Trio enidigt zoals het begonnen is, meet een allegrodeel.

Vier Stücke voor klarinet en piano (Alban Berg)
: Alban Berg studeerde van 1904 tot 1910 bij de befaamde Wener, Arnold Schönberg en werd de romanticus onder de dodecafonisten. Hij is schatplichtig aan de Tweede Weense School, waartoe hij gerekend wordt, maar toch doet zijn muziek denken aan de laatromantiek van Mahler. Zijn opus 5 werd in mei van het jaar 1913 gecomponeerd en kreeg zijn eerste uitvoering op 17 oktober 1919 te Wenen en werd aan zijn leermeester, Schönberg, opgedragen. De filosoof Adorno omschreef het werk als één van de eerste waarin Berg zijn individualistische stijl tentoonspreidde. Toch zijn er geen tonale reminiscenties in deze
vier stukken en zijn ze volledig atonaal. Bij een bezoek aan Schönberg in de junimaand van hetzelfde jaar, kreeg leerling Berg nog een uitbrander dat zijn werk (waaronder
deze 'Vier Stücke') te zwak van compositie en zeggingskracht waren.
Sechs Kleine Klavierstücke opus 19 (Arnold Schönberg): Deze zes hele korte stukjes voor pianosolo zijn volledig atonaal. Ze hebben vooral de derde man uit de Tweede Weense School beïnvloed, met name Anton Webern. Zelf zal hij zijn stijl volledig afstemmen op de miniatuur. Op 11 februari 1911 heeft Schönberg de eerste vijf in één dag gecomponeerd. Na de dood van Mahler, later op het jaar, schreef Arnold het zesde en vervolledigde dus hiermee zijn Sechs Stücke. Ze werden gecreëerd in februari 1912 en uitgegeven in 1913. De delen zijn Leicht, zart, Langsam, Sehr langsame, Rasch, aber leicht, Etwas rasch en Sehr langsam.
Trio opus 3 voor klarinet, cello en piano (Alexander von Zemlinsky)
: Het Trio voor klarinet, cello en piano in d, opus 3 van Alexander von Zemlinsky ontstond in 1896, vijf jaar na het werk voor dezelfde bezetting, opus 114, van Johannes Brahms en geïnspireerd door een persoonlijke ontmoeting met Zemlinsky en de grootmeester. Toch is dit Trio niet zomaar een doorslagje van Brahms’ partituur. Zemlinsky had genoeg talent en persoonlijkheid om niet in de val van het epigonisme te trappen. Dat Brahms Zemlinsky’s Trio persoonlijk wel aanbeval bij uitgeverij Simrock, is niet zonder betekenis. Later werd Zemlinksy de zwager van Arnold Schönberg, die huwde met diens zuster. Delen van het trio zijn allegro ma non troppo, andante en allegro.

50 & 85

De parochie O.-L.-V.-Middelares te Ieper is 50 jaar jong. Ook de Paters Capucijnen zijn nog jong van hart, maar zijn er ondertussen al 85 jaar. 2008 was een herdenkingsjaar met tal van festiviteiten. In het tweede weekend van november stonden de deuren van het klooster en de zaal Familiekring wagenwijd open om kijklustigen een tentoonstelling voor te schotelen. Foto's, kunstwerken en alledaagse gebruiksvoorwerpen lieten een licht vallen op het kloosterleven van de paters. Vele verenigingen hadden archiefmateriaal uit de kast gehaald en zetten hun beste beentje voor. De tijd maakte er bokkensprongen, de toeschouwers werden van het ene jaar naar het andere geleid. Sommigen herkenden zichzelf in gebeurtenissen uit vervlogen tijden.

Tehuisorgel

In het verzorgingshuis Cassiers vzw te Houthulst, werd er op vrijdag 28 november een juweeltje van een orgel ingespeeld. In de cafetaria, die op zaterdag tot kapel wordt omgebouwd, stond vroeger een instrumentje, de naam niet waardig. De bespeler vond er niets beters op dan een huisorgel van orgelbouwer Deblieck uit Brussel aan te schaffen. Organist Jan Vermeire kweet zich van een mooie inspeling geassisteerd door sopraan Hilde Coppé. De aalmoezenier wijdde de pijpen in en een zestigtal belangstellenden konden genieten van het zeven register rijke positief annex pedaal. Het is een heel mooi afgewerkt ding dat vernuftig in elkaar zit. Het lijkt op het eerste gezicht een hele bouwdoos. Elke millimeter in het kistorgel is benut, alle pijpen zijn van cederhout, de pedaaltoren is loskoppelbaar en het hele ding staat op wieltjes zodat het verplaatstbaar is. De Heer Deblieck is niet aan zijn proefstuk toe; hij leverde in Leipzig een identiek instrument, voor de neuzen weg van Duitse topbouwers. Op het programma prijkten componisten als Purcell, Scarlatti, Händel en Bach. Nadien kon ieder zijn gedacht kwijt bij een glas wijn.

Westhoek Consort

Naar jaarlijkse gewoonte treedt Westhoek Consort op in de Gotische Zaal van het Poperingse stadhuis. Op zondag 30 november zat deze namelijk bomvol muziekliefhebbers. Het ensemble is zes jaar jong en heeft door de jaren heen een mooi palmares bijeengespeeld. Het heeft ook aan afwerking en juistheid van intonatie gewonnen. Natuurlijk moet je sommige passages met een korreltje zout nemen; toch heeft dirigent Nico Logghe in deze korte tijdspanne puik werk geleverd. Het aperitiefconcert begon met een hedendaags werk uit Amerika. Het consort schuwt geen dissonanten en weerde zich fel in dit openingswerk van De Borgo. Nadien volgde een suite van Gustav Holst, de gekende componist van 'The Planets'. Het stuk staat nog niet lang op hun pupiters, maar kende toch al een boeiende uitvoering. Nadien volgden wat bewerkingen van volksliederen allerhande en werd het optreden gesloten met een medley uit 'The Phantom of the Opera' van Webber. Niet alleen de strijkers, maar ook een groep blazers en een drummer trokken van leer in deze apotheose. Nadien werd gezellig nagepraat bij een welverdiend glaasje.