01 december 2008

Het Collectief

Het tweede concert van West Classic ging voor de eerste keer door in de Capucienenkerk te Ieper. Misschien was dit een klein cadeautje voor de vijfigste verjaardag van het ontstaan van deze parochie van 'bachten de staosie'. Het Collectief zond maar een trio; normaal vormen ze een kwintet. Spijtig dat er zo wat klankkleur wegviel (een fluit en een viool). De ruimte leent zich er heel goed toe om kleine formaties te ontvangen. Het podium stond in het midden van de kerk. Jammer dat de piano niet wat meer naar achteren werd geplaatst. Nu zaten de solisten wat te dicht van het publiek. Vier werken werden gebracht: twee laatromatieke werken en twee atonale. De beide expressionistische stukken werden door de melodieuzere werken omkaderd. Tussenin was een korte pauze geprogrammeerd zodat de dissonantie en de celebraliteit van deze klanksculpturen wat afgezwakt werd. Live klonk de geciseleerde klarinet in het werk van Berg en de piano bij Schönberg prachtig. Ook de cello vulde de ruimte met zachte basklanken. Vooral het puike samenspel kon me bekoren, plus het feit dat geen enkele muzikant zich solist waande in het geheel. Het ensemble is dus zijn naam waardig. Hier wat info rond de werken:
Klarinettrio in a opus 114 (Johannes Brahms)
: Brahms' voorliefde voor de klarinet komt indirect voort uit het horen van het Klarinetkwintet van Mozart. Zijn enthousiasme groeide voor dit instrument toen hij Richard Mühlfeld, de eerste klarinettist van het Meiningen Orkester, ontmoette. Deze erudiete muzikant had al vele malen het Kwintet van Mozart op kamermuziekavonden vertolkt. Daarop begon Brahms in 1891 zelf aan het technisch en muzikaal exploreren van de klankkleur van deze boeiende houtblazer. Mede onder onvloed van de vele avonden samen met Mühlfeld, onstonden de twee mooiste kamermuziekwerken voor de klarinet, waaronder het Trio waarover we het hier hebben. Het Trio kreeg een eerste opvoering in petit comité, waar onder andere Mühlfeld en Brahms' vriend, de violist Joseph Joachim, aanwezig waren. De warme, tedere en zachte klank van de klarinet inspireerde Brahms tot het kooswoordje 'Faülein Klarinette'. Vooral deze tederheid en uitgediepte lyriek, een melancholische mineursfeer en expressieve modulaties komen veelvuldig aan bod in dit vierdelige werk. We horen achtereenvolgens een allegro, adagio, een andante grazioso en het Trio enidigt zoals het begonnen is, meet een allegrodeel.

Vier Stücke voor klarinet en piano (Alban Berg)
: Alban Berg studeerde van 1904 tot 1910 bij de befaamde Wener, Arnold Schönberg en werd de romanticus onder de dodecafonisten. Hij is schatplichtig aan de Tweede Weense School, waartoe hij gerekend wordt, maar toch doet zijn muziek denken aan de laatromantiek van Mahler. Zijn opus 5 werd in mei van het jaar 1913 gecomponeerd en kreeg zijn eerste uitvoering op 17 oktober 1919 te Wenen en werd aan zijn leermeester, Schönberg, opgedragen. De filosoof Adorno omschreef het werk als één van de eerste waarin Berg zijn individualistische stijl tentoonspreidde. Toch zijn er geen tonale reminiscenties in deze
vier stukken en zijn ze volledig atonaal. Bij een bezoek aan Schönberg in de junimaand van hetzelfde jaar, kreeg leerling Berg nog een uitbrander dat zijn werk (waaronder
deze 'Vier Stücke') te zwak van compositie en zeggingskracht waren.
Sechs Kleine Klavierstücke opus 19 (Arnold Schönberg): Deze zes hele korte stukjes voor pianosolo zijn volledig atonaal. Ze hebben vooral de derde man uit de Tweede Weense School beïnvloed, met name Anton Webern. Zelf zal hij zijn stijl volledig afstemmen op de miniatuur. Op 11 februari 1911 heeft Schönberg de eerste vijf in één dag gecomponeerd. Na de dood van Mahler, later op het jaar, schreef Arnold het zesde en vervolledigde dus hiermee zijn Sechs Stücke. Ze werden gecreëerd in februari 1912 en uitgegeven in 1913. De delen zijn Leicht, zart, Langsam, Sehr langsame, Rasch, aber leicht, Etwas rasch en Sehr langsam.
Trio opus 3 voor klarinet, cello en piano (Alexander von Zemlinsky)
: Het Trio voor klarinet, cello en piano in d, opus 3 van Alexander von Zemlinsky ontstond in 1896, vijf jaar na het werk voor dezelfde bezetting, opus 114, van Johannes Brahms en geïnspireerd door een persoonlijke ontmoeting met Zemlinsky en de grootmeester. Toch is dit Trio niet zomaar een doorslagje van Brahms’ partituur. Zemlinsky had genoeg talent en persoonlijkheid om niet in de val van het epigonisme te trappen. Dat Brahms Zemlinsky’s Trio persoonlijk wel aanbeval bij uitgeverij Simrock, is niet zonder betekenis. Later werd Zemlinksy de zwager van Arnold Schönberg, die huwde met diens zuster. Delen van het trio zijn allegro ma non troppo, andante en allegro.

Geen opmerkingen: